Terug naar overzicht                                                      Terug naar beginpagina

 

Handelingswijzer voor


 

 

de slechthorende leerling

 

 

DSM-IV

Deze stoornis heeft geen DSM-IV klassering.

 

Definitie van het probleem en enkele wetens-waardigheden

We spreken van een slechthorende leerling, wanneer een gehoorbeperking aan het beste oor zonder hoortoestel in de bandbreedte van 35 t/m 80 dB is vastgesteld en indien ernstige problemen in de ontwikkeling van taal en spraak en/of leerbeperkingen als gevolg van deze gehoorbeperking zijn vastgesteld.

 

Wat zie ik in de klas, hoe herken ik dit gedrag /deze stoornis?

De slechthorende leerling vraagt in het voortgezet onderwijs veel aandacht. Omdat elke leerling op zijn of haar eigen manier met zijn handicap heeft leren omgaan, kan hij/zij zelf het beste aangeven, waar en wanneer de problemen ontstaan. Daarom is informatie omtrent de slechthorendheid van een leerling voor docenten en medeleerlingen noodzakelijk.

Technische aspecten:

  • Soort gehoorverlies en ernst van het verlies (aantal dB en in welke frequenties)
  • Kennis en gebruik van eventuele hulpmiddelen
  • Hoe is het niveau van vaardigheid in het liplezen van de leerling en hoe wordt daarvan gebruik gemaakt

Sociaal-emotioneel:

  • Heeft de leerling nog problemen met de handicap of heeft hij er mee leren omgaan?
  • Kan hij contacten maken en kan hij zich in een groep handhaven?

 

De beste aanpak in de klas in bondige adviezen

  • Een rustig klaslokaal zonder omgevingslawaai
  • De juiste plaats in het lokaal i.v.m. liplezen: met de rug naar het licht en niet op te grote afstand van de docent
  • Het lipbeeld van de docent moet voortdurend zichtbaar zijn.
  • Discussiëren van meerdere groepen in een lokaal is belastend. Zet het groepje waarin de slechthorende zit, in een rustiger omgeving.
  • Eén van de medeleerlingen moet de taak op zich nemen, om na de les met de s-h leerling na te gaan, welke opgaven, huiswerk en afspraken zijn gemaakt.
  • Voor proefwerken geldt: geef de opdrachten altijd op schrift

 

In ieder geval niet doen

  • Spreken en schrijven met de rug naar de groep
  • Niet alleen mondelinge lessen geven. Probeer af te wisselen met schriftelijk werk of andere taken
  • Een snor of baard laten staan.

 

 

Ervaringen met deze handelingswijzer s.v.p. opsturen aan cordys@cordys.nl