Terug naar overzicht                                                     Terug naar beginpagina

 

Handelingswijzer voor


 

 

Syndroom van Gilles de la Tourette

 

DSM-IV

heeft een DSM-IV classificatie

 

Definitie van het probleem en enkele wetens-waardigheden

Het kenmerkende verschijnsel van het Gilles de la Tourette syndroom (GTS) zijn tics: ongewilde, kortdurende, plotselinge, zich herhalende, zinloze bewegingen op vocaal en/of motorisch gebied, die langer dan één jaar bestaan.

Er kan een verband zijn met ADHD. De ADHD-symptomen lijken bij sommigen een gevolg van GTS, terwijl in andere gevallen ADHD onafhankelijk van GTS voorkomt.

De mildere uitingsvormen van GTS komen vaker voor dan de ernstige vormen. Bijvoorbeeld: korte tijd kuchjes, met de ogen knipperen of kortdurende bewegingen.

De tics worden als onbedwingbaar ervaren, maar kunnen voor korte tijd – seconden tot minuten – onderdrukt worden. Bij stress en (prettige) opwinding nemen de tics toe. De tics laten zich minder zien tijdens gerichte geestelijke activiteiten, zoals lezen of computeren. Vaak zullen mensen proberen de tics met uiterste inspanning te onderdrukken, tot de spanning zo hoog oploopt dat er geen houden meer aan is. De spanning verdwijnt als de tic wordt uitgevoerd.

Vaak heeft men manieren gevonden om de tics te maskeren, door de bewegingen op te nemen in een voor het oog bewust gebaar, zoals het gladstrijken van het haar. De tics hebben in frequentie en intensiteit een wisselend verloop.

Verder kunnen bij GTS leermoeilijkheden optreden, er kunnen depressieve klachten ontstaan, agressieve ontremmingen en antisociale gedragingen.

 

Wat zie ik in de klas, hoe herken ik dit gedrag /deze stoornis?

-         De leerling heeft last van vocale en/of motorische tics

-         Lichte kuchjes, knipperen met de ogen, trekken met de mond, licht schudden met het hoofd, etc.

-         Jongere werkt erg langzaam. Dit kan wel erg verschillend zijn. Dit is afhankelijk van de last die hij ondervindt van zijn stoornis.

-         Problemen met schrijven.

-         Kan moeilijk met stress omgaan. Hoe meer stress, hoe meer last hij krijgt van de symptomen. In ongestructureerde situaties zie je dit verergeren.

-         Plotseling last krijgen van spanningen, ook doordat hij de tics probeert te onderdrukken.

-         Problemen met sociaal functioneren. Is soms een eenling.

 

De beste aanpak in de klas in bondige adviezen

-         Realiseer je dat dit gedrag de oorzaak is van zijn stoornis. Hij doet dit niet met opzet, om de leerkracht dwars te zitten. Het is onmacht en geen onwil.

-         Geef de leerling structuur. Geef hem duidelijke opdrachten.Laat hem niet teveel keuzes maken en geef een duidelijk kader aan.

-         Hij heeft leiding nodig én de ruimte om zich te bewegen. Geef hem de kans af en toe te bewegen en geluidjes te maken.

-         Laat hem af en toe even bewegen. Sta dus gestructureerd af en toe een loopje toe. Geef hem een plek waar hij af en toe zijn tics toe kan laten.

-         Houd er rekening mee dat hij soms ineens meer tijd nodig heeft dan een andere leerling.

-         Waarschuw hem op tijd hoeveel tijd hij nog heeft voor zijn opdrachten.

-         Geef niet te snel instructie.

-         Hak het werk in stukjes. Houd er rekening mee dat hij de ene dag wel alles af heeft en de andere dag over hetzelfde stukje werk veel langer doet.

-         Pas de stof aan als hij meer tijd nodig heeft.

-         Houd rekening met de effecten van stress. Geef het overzichtelijker.

-         Bescherm hem zoveel mogelijk tegen onnodige spanningen.

-         Vermijd plotselinge overgangen en een haarscherpe timing.

-         Probeer spanningen voor te zijn.

-         Wees bedacht op wisselende concentratie.

-         Help hem bij sociale contacten. Benadruk zijn probleem niet te veel. Help hem mee te doen.

-         Laat de leerling succeservaringen opdoen, aansluiten bij een activiteit of vak waaraan de leerling plezier beleeft.

-         Dit kan ook als beloningsmiddel gebruikt worden

-         Zorg voor een “veilige” plek in de klas, waar de leerling overzicht heeft

 

In ieder geval niet doen

-         Zonder structuur laten werken en te veel vrijheid geven.

-         Teveel druk zetten, opjutten om sneller te werken

-         Een onoverzichtelijke opdracht geven / teveel keuzemogelijkheid geven

 

 

Ervaringen met deze handelingswijzer s.v.p. opsturen aan cordys@cordys.nl